Dead Smokers Society
De tijd dat je in de bioscoop doodgegooid werd met sigarettenreclames – en ook zelf mocht roken – is allang verleden tijd. Waar is de Marlboroman gebleven, die met een gloeiend brandmerkijzer zijn peuk aanstak? Waar zijn de mondaine wereldreizigers, die begrepen dat Peter Stuyvesant het internationale paspoort naar rookplezier is? Naar Siberië verbannen?
Dat overkwam Viktor Korchnoi wel, toen hij in 1974 in Odessa de Kandidaten match van Tigran Petrosjan had gewonnen. Hij verliet Odessa niet in een vliegtuig, waar je destijds aan boord van de steward nog een vuurtje kreeg aangeboden. Nee, Viktor de Verschrikkelijke moest als een normale sterveling met de trein.
Met een koffer vol sigaretten belandt hij in een gat ergens in Siberië waar in het hotel geen drank en vrouwen zijn te bekennen. Dus nam hij zijn intrek maar in de kroeg tegenover het stadhuis, waar hij in een schaaktoernooi, stinkend naar drank en rook, iedereen van het bord timmerde. Dat hij het moeilijk zonder zijn geliefde sigaretten kon stellen, bleek in een match tegen IJslandse GM Johann Hjartarson.In de toernooizaal heerste een algemeen rookverbod, maar Korchnoi had een plekje gevonden waar hij toch kon roken. Niet voor lang, want FIDE-president Fridrik Olafsson greep in en toen was het met roken gedaan. En daarmee met de match voor Korchnoi ook.
Middels dit aanloopje komen we bij Mikhail Tal terecht, de Tovenaar uit Riga, wiens combinaties je de adem benamen. Maar dat kwam ook door de enorme rookwolken, die hij voortdurend uitblies. Drie pakjes per dag gingen er met gemak doorheen, en als er geschaakt moest worden, nog een pakje meer. Daarom beval Mikhail Botvinnik, bijgenaamd de Patriarch, zijn trainingspartner Vjatsjeslav Ragozin in zijn voorbereiding tegen Tal minstens evenveel te roken achter het bord als laatstgenoemde. Als Tal door zijn zwakke gestel weer eens op de intensive care was beland, pafte hij gewoon door. Toen Tal tijdens de Kandidaten op Curacau 1962 daar weer eens belandde, was de enige kameraad die hem kwam opzoeken Bobby Fischer.
Overigens is er slechts één foto bekend waar Tal blakend van gezondheid op staat. Met dank aan het straffe regime dat Anatoly Karpov van zijn trainingspartner Tal eiste, tijdens de voorbereiding van Karpovs legendarische match tegen Kortchoi. Maar de grootste paffer aller tijden was onze eigen J.H. Donner. Drie pakjes Camel per partij, doctors orders! Lubomir Kavalek kan daar smakelijk over verhalen: terwijl de Hoogovens hun rook uitbraakten, was ook hun bord gehuld in een wolk van rook, en niet omdat de ramen open stonden.
Wat bij de partij van Donner tegen Albin Planinc opvalt; een brandschone asbak naast het bord. Ongetwijfeld liepen de arbiters af en aan om Donner van een schone asbak te voorzien. Kom daar tegenwoordig nog eens om, een asbak naast het bord, no way. Roken in de toernooizaal, ten strengste verboden, een niet brandende peuk achteloos in de mondhoek laten bungelen, zoals ik dan wel doe, kan nog net.\’Roken is dodelijk’ staat er tegenwoordig op de pakjes, dus buiten opsteken graag, zo lang dat dat nog mag.
Die lijken kunnen we binnen missen als kiespijn!