Die Ligterink is niet te vertrouwen
In 1979 werd IM Gert Ligterink kampioen van Nederland. De grote GM’s van die tijd Jan Timman, Hein Donner en Hans Ree werden in grootse stijl aan de zegekar gebonden. Enorme vreugde heerste hier in Groningen, het was zelfs voorpaginanieuws voor het Nieuwsblad van het Noorden.
Nu is Ligterink voornamelijk actief als schaakmedewerker van de Volkskrant en als commentator bij de grote toernooien hier ten lande. Zo ook in de laatste ronde van het Hoogeveen Essent toernooi 2001, met in de kroongroep Viktor Korchnoi, Judit Polgar, Loek van Wely en Lazaro Bruzon. Gert had toen in zijn rubriek aandacht besteed aan My best games: Games with White van Korchnoi.
Gesigneerd en wel leek het me wel een leuk cadeautje voor mijn chauffeur, een gepensioneerde scheikunde professor en een van de oudste nog actieve schakers, die net als ik in de amateur-groep wat zat te prutsen. Helaas was het boek op dat moment nog nergens verkrijgbaar. Dus ik bij Gert aangeklopt en hem gevraagd: ‘Neem jij dat boek even mee de laatste ronde?’ Dat zou hij doen, maar wie schetste mijn verbazing?: hij was het vergeten! Maar wie verscheen daar als redder in de nood? Hans Böhm!
Vroeger noemden we Hans overigens altijd Hans Boem, niet te verwarren met Boem Boem Becker natuurlijk. En nadat ik hem de situatie had uitgelegd zei hij: ‘Ach, die Ligterink, daar kan je toch niet van op aan.’ Nou kan ik me daar wel iets bij voorstellen, dit diagram alleen al spreekt boekdelen.
‘Maar Hans, heb jij niet toevallig een boekie bij je?’, vroeg ik voor de deur van het stadhuis van Hoogeveen.
Daar heb je Korchnoi al, die gaat natuurlijk niet met zijn eigen boek lopen leuren! Breed lachend wisselden Böhn en Korchnoi even een paar woorden. Niet veel later gaat de kofferbak van Böhm zijn Japanner open. Boordevol met Olympische logbokken, oude Schackmatti’s en andere schaakramsj waar de uitgever zijn magazijnruimte niet aan wilde verspelen. Daartussen lag De 32 Stukken, geschreven en gesigneerd door Böhm zelf.
‘Doe me die dan maar.’ Tegenwoordig staan Böhm en Ligterink vaak broederlijk samen op het podium, om het publiek te laten smullen van hun sappige commentaren en de grootmeesterlijke kunststukjes.
Laatst mailde ik nog eens met Hans om hem om een aantal foto’s te vragen en toen legde ik hem deze column voor. ‘Dat heb ik nooit gezegd,’ zei hij door de telefoon, met die kenmerkende donkere stem: “Ik zei: ‘Er gaat niets boven Groningen, of zoiets.'” Oh, ja Hans? Mag ik je dan iets vragen in je rol als columnist van de Telegraaf, niet bepaald een linkse verzetskrant…
Enig idee waar deze voormalig anarchistische vijand van de staat rondhing op 14-06-1966?